dinsdag 13 augustus 2013

Theïsme en evolutietheorie

In de natuur treffen we overal doelgerichtheid aan. Daar waar deze doelgerichtheid kan worden verklaard door mentale veroorzaking van een bewuste intentionele actor, is er weinig aan de hand. Maar hoe dienen we het optreden van doelgerichtheid te verklaren wanneer er helemaal geen sprake lijkt te zijn van zo'n actor, zoals bijvoorbeeld in het geval van een mier die werkt, een bloem die bloeit of een boom die groeit? Hier schiet de evolutietheorie ons te hulp. De evolutietheorie is immers in staat om dit soort vormen van doelgerichtheid restloos mechanisch te verklaren, dus zonder een beroep te hoeven doen op allerlei vermeende in de natuur werkzame mysterieuze machten, vitalistische krachten of essentialistische wezensvormen. En dit is goed nieuws voor het theïsme. Zonder de evolutietheorie zal het spreken over dergelijke machten, krachten of vormen immers kunnen terugkeren in het menselijk denken over de natuur. De natuur zal dan opnieuw gesacraliseerd worden, wat afbreuk doet aan Gods heiligheid. Kortom, de evolutietheorie past uitstekend bij een theïstisch wereldbeeld precies omdat het een sacralisering van de natuur voorkomt. Een aanval op de evolutietheorie is daarom feitelijk een aanval op het theïsme zelf.

1 opmerking:

Anoniem zei

@ Emanuel

Je zegt:”Kortom, de evolutietheorie past uitstekend bij een theïstisch wereldbeeld precies omdat het een sacralisering van de natuur voorkomt.”

Daar ben ik het mee eens.
Verder zeg je :” Een aanval op de evolutietheorie is daarom feitelijk een aanval op het theïsme zelf.”

De sterkste aanvallen op de evolutietheorie komen tegenwoordig, dacht ik, van de YEC (jonge aarde creationisten). Zij hechten sterk aan de triple- A- God (almachtig, alwetend, alomtegenwoordig). Hoe moet ik je laatste zin “Een aanval op de evolutietheorie is daarom feitelijk een aanval op het theïsme zelf” nu interpreteren?