zaterdag 25 september 2010

Een probleem voor het Kalam argument

Het Kalam argument kan als volgt geformuleerd worden:

1. Alles dat ontstaat heeft een oorzaak,
2. Het multi/uni-versum is ontstaan,
3. Het multi/uni-versum heeft een oorzaak.

In dit argument speelt het begrip oorzaak een belangrijke rol. In navolging van Aristoteles kunnen we voor objecten die zijn ontstaan een onderscheid maken tussen werkoorzaak en materieoorzaak. Neem een tafel die door een timmerman is geproduceerd. Enerzijds is er sprake van een timmerman die de tafel uit hout heeft vervaardigd. We kunnen de timmerman de werkoorzaak van de tafel noemen. De werkoorzaak is dus in het algemeen de bewerkende instantie van het ontstane object ofwel dat wat er voor zorgdraagt dat het object ontstaat. Anderzijds heeft de timmerman hout nodig om de tafel te vervaardigen. Dit hout is de materieoorzaak van de tafel. De materieoorzaak is dus in het algemeen datgene van waaruit het ontstane object ontstaat.

Alles wat in de macrowereld is ontstaan (zoals tafels, stoelen, dieren en planten) heeft zowel een materieoorzaak als een werkoorzaak. Met een beroep op de Kopenhaagse interpretatie van de kwantummechanica kan echter worden ontkend dat dit in de microwereld van de elementaire deeltjes ook geldt. Volgens de Kopenhaagse interpretatie is het namelijk mogelijk dat deeltjes zomaar ineens, spontaan, zonder enige reden, ontstaan. Deze deeltjes hebben dus geen werkoorzaak. Wel hebben zij een materieoorzaak omdat zij ontstaan vanuit een bepaalde hoeveelheid aan het kwantum vacuum onttrokken energie.

Tegen de achtergrond van het hierboven kort omschreven oorzaakbegrip en uitgaande van de Kopenhaagse interpretatie moet het Kalam argument dan ook als volgt begrepen worden:

1'. Alles dat ontstaat heeft een werk- en/of materieoorzaak,
2'. Het multi/uni-versum is ontstaan,
3'. Het multi/uni-versum heeft een werk- en/of materieoorzaak.

Welnu, volgens de conclusie (3') van het Kalam argument is er een werkoorzaak en/of materieoorzaak van het multi/uni-versum. We kunnen daarom niet uitsluiten dat het multi/uni-versum wel een materieoorzaak, maar geen werkoorzaak heeft. Het multi/uni-versum zou dus zomaar ineens, spontaan, zonder enige reden ontstaan kunnen zijn vanuit een pre-tijdelijk, pre-ruimtelijk en pre-materiële substantie. Hieruit volgt dat het Kalam argument tekortschiet als argument voor theïsme. Theïsme veronderstelt immers dat het multi/uni-versum God als werkoorzaak heeft. [1]

Toch is het Kalam argument succesvol als argument voor de stelling dat het multi/uni-versum niet zomaar opeens, spontaan, zonder enige reden, ontstond uit helemaal niets. Een dergelijke situatie komt immers overeen met de afwezigheid van zowel een werkoorzaak als een materieoorzaak. Dit is echter volgens (3') niet mogelijk.

[1] De conclusie (3') sluit evenmin uit dat het multi/uni-versum een materie én werkoorzaak heeft, i.e. dat er een werkoorzaak van het multi/uni-versum is dat het multi/uni-versum produceerde uit een pre-tijdelijke, pre-ruimtelijke en pre-materiële substantie. Deze door (3') niet uitgesloten mogelijkheid is eveneens in tegenspraak met het theïsme dat immers stelt dat God het multi/uni-versum schiep uit niets (creatio ex nihilo).

Geen opmerkingen: