zaterdag 1 mei 2010

Bataille over het hoogste punt van het zijn

In zijn systematische hoofdwerk 'De Erotiek' uit 1957 schrijft Bataille het volgende over de aard en bestemming van de mensheid: "Als iemand mij vroeg wat wij zijn, dan zou ik hem in ieder geval antwoorden: wij zijn de deur naar alles wat mogelijk is, de verwachting die door geen enkele materiële bevrediging gestild kan worden en die zich niet door het spel van de taal om de tuin laat leiden! Wij zijn op zoek naar een hoogste punt. Iedereen staat het vrij om van dat zoeken af te zien. Maar de mensheid in haar totaliteit streeft naar dat hoogste punt: alleen dat bepaalt haar wezen, alleen dat is haar rechtvaardiging en betekenis" (Georges Bataille, De Erotiek, Besluit, p. 197, vertaling Jan Versteeg, Arena Amsterdam 1993).

Dit 'hoogste punt' wordt door Bataille ook het hoogste punt van het zijn genoemd. Zo stelt hij in genoemd 'Besluit': "De overtreding tot grondslag van de filosofie maken (in die richting beweegt zich mijn denken) betekent de taal vervangen door een zwijgende bespiegeling. Het is de bespiegeling van het wezen op het hoogste punt van het zijn. De taal is geenszins verdwenen. Zou het hoogste punt bereikbaar zijn als de taal niet de weg had gewezen? Maar de taal die de weg beschreef heeft geen betekenis meer op het beslissende moment waarop de overtreding als bezielende impuls zelf de plaats inneemt van de omslachtig beredeneerde overtreding [...]" (p. 198).

En verderop: "In haar protesthouding, die in wezen een kritiek op haar oorsprong is, kan de filosofie, door van zichzelf een vorm van overtreding te maken, het hoogste punt van het zijn bereiken. Het hoogste punt van het zijn openbaart zich pas ten volle in de overtreding zelf. Door haar stijgt het denken, gebaseerd op de ontwikkeling van het bewustzijn door arbeid, tenslotte boven de arbeid uit en erkent het dat het zich daaraan niet ondergeschikt kan maken"(p. 199-200).

Dit hoogste punt van het zijn is bij Bataille 'de continuïteit van het zijn'. Het hoogste punt van het zijn blijft bij hem dus immanent. Het hoogste punt van het zijn is bij Bataille immers nog altijd gelokaliseerd binnen het zijnsgeheel dat enerzijds bestaat uit de zijnden en anderzijds uit het zijn van deze zijnden. Een allerlaatste ultieme negatief-theologische transcendentie vanuit genoemd zijnsgeheel naar een niet-zijnde zijnsoorzaak van het zijnsgeheel vinden we bij Bataille niet. Het zijnsgeheel vormt voor hem de onoverschrijdbare horizon van zijn denken.

Geen opmerkingen: